maandag 7 januari 2013

'Een zee van tranen'

De laatste dagen ben ik wat chagrijnig, niet mezelf en de emoties liggen gevaarlijk aan de oppervlakte. Terwijl ik een kaart aan een dierbare vriendin schrijf, barst ik in huilen uit. Lief C. schrikt en komt meteen naar me toegelopen. Wat is er dan? Tja, wat is er eigenlijk. Nou ja, tja...ik kijk omhoog naar die zachte warme bruine ogen en mompel 'Stefh'. Dat is er eigenlijk.
 
 "Ja", zucht lief op zijn beurt.

In mijn hart voel ik dat, ook al was het gister - 6 januari - zijn geboortedatum en naderen we met 17 januari zijn sterfdatum, het niet in data zit. Ik bedoel het verdriet of het gemis. Een datum is slechts dat - een datum. Toch deze dagen is het gevoel van gemis bijna tastbaar aanwezig - als een zwaar log blok dat bijna niet te tillen is maar wel heel erg aanraakbaar voelbaar aanwezig. Dat ligt daar in mijn gezichtsveld een beetje log te liggen en er te zijn.

Ik probeer heel 'cool' terug te staren, ongeraakt. Mooi niet dat dat dus lukt. Mijn ademhaling schiet omhoog en de tranen vechten om een plek in mijn ooghoek. Casual wrijf ik in mijn ogen, snif een beetje en mompel iets over die vervelende verkoudheid die heerst bij gebrek aan mijn 'Fisherman's friend'. Ik merk dat ik 'eigenlijk gewoon' 'pissed off' ben. Heb hier he-le-maal geen zin in.

Doek van  A. Schrijvers. 'Een zee van tranen'.

In mijn opschrijf-boekje probeer ik citaten of teksten te vinden die me eraan kunnen herinneren en me kunnen motiveren het verdriet, het verdriet te laten zijn, de boosheid de ruimte te geven. Het mag er zijn, het is er - punt. En dat zal nog wel heel even aanhouden vermoed ik.

Hieronder een stuk tekst dat ik zooohooo mooi vind...

Van Rumi (1207-1273)

Mens-zijn is een herberg

Mens-zijn is een herberg,
Elke ochtend arriveert er een ander,
Een vreugde, een depressie, een laagheid,
Een moment van bewustzijn daagt op
Als een onverwachte bezoeker.

Verwelkom en vermaak ze allen!
Behandel iedere gast met eerbied,
Al is het een schare verdriet
Die je huis heftig
Van zijn meubilair ontdoet.

Misschien ruimen ze je huis leeg
Voor een nieuwe verrukking,
De donkere gedachte,
De schaamte,
De boosaardigheid…

Treedt ze met een lach, bij de deur, tegemoet
En noodt ze binnen.
Wees dankbaar voor wie er komt;
Ieder van hen is immers gezonden
Als een leids'vrouwe'
Van boven…


Geen opmerkingen: