Eén van die dromen, deel ik vandaag hier met jullie. Op Internationale Vrouwendag. Het gaat over iedere vrouw voor, na(ast) en achter mij zonder wie ik hier op mijn manier niet zou kunnen zijn. Een ode.
--
Beeld: Christina Miller |
Een zacht licht werkt zich een weg tussen de spleetjes van mijn ogen. Als ik mijn ogen opendoe sta ik weer in het open veld. De hemel is opengebroken, op wat sluierbewolking na, is het strak blauw. De zon gloeit zacht. Ik voel de warmte op mijn gezicht. Hoe leeg de ruimte lijkt ik voel een enorme aanwezigheid.
Mijn huid is bedekt met een soort harnas, zacht groengrijs gekleurd. Soepel en stevig tegelijk. Mijn hart voelt groot, open – ik voel me geharnast in liefde. Mijn rechterhand houdt een speer vast, die ik stevig naast me in het zand zet. Als ik een blik naar achter werp zie ik waarom ik die enorme aanwezigheid voel. Er staat een leger van vrouwen pal achter me.
De vrouwen gaan allemaal in hetzelfde harnas gekleed en nu ik goed kijk zie ik mijn moeder, mijn tante, mijn nichten, mijn oma, mijn overgrootoma, haar moeder en al mijn andere voormoeders. Mijn hart knalt uitelkaar van liefde. Tranen van ontroering en dankbaarheid stromen over mijn wangen. Dan loopt mijn oma, die er prachtig in haar harnas van liefde uitziet, naar me toe. Ze droogt met haar handen mijn tranen en lacht grote glimlachen.
“Zij zijn er altijd, allemaal, voor jou. Jij bent van hen. Jij bent hen. En zij zijn jou”, fluistert de stem met heel veel warmte. Ieder woord articuleert ze nauwkeurig. Ik voel een bries over mijn armen. Wanneer ik voor me kijk, zie ik in de verte een vrouwelijke gestalte naar ons toe lopen. Van een afstand kan ik zien dat ze er prachtig uitziet. Zacht, sterk en vol leven. Zonder dat er maar iets gezegd is, weet ik dat zij mijn oermoeder is.
Ik recht mijn rug en ik kijk voor me uit – ‘k wil op mijn best eruit zien. Ooit heb ik haar tijdens een zielenreis ontmoet en nu ontmoet ik haar eindelijk weer. “Maaike, dit is nog steeds jouw zielenreis. Niet alleen hier in je droom – maar ook (in) je grijze dagen” maakt de stem duidelijk. Dat snap ik natuurlijk wel, maar hier ontmoet ik haar, niet als ik in een deken gewikkeld op de grond lig te sippen. Ik kan er niet over uit. En ik voel de opwinding van het leger aan vrouwen achter me. Het is ook hun oermoeder.
Ze is nog maar tientallen meters van me verwijderd als ik een zee aan tranen in me voel opwellen. Ik slik ze niet weg – ik laat ze gaan. Op mijn schouder de hand van mijn moeder. Als ik snel een blik achter me werp, zie ik dat alle vrouwen hun hand op de schouder van de vrouw voor hen hebben liggen. “We’ve got your back” krijgt hier de betekenis die het echt heeft. Ik heb een leger van de meest prachtige sterke vrouwen achter me. Letterlijk. Figuurlijk. Ik voel me oersterk en kwetsbaar tegelijkertijd. Ik heb me nog nooit zo goed gevoeld. Zo verbonden.
Dan voel ik een hand op mijn andere schouder en wanneer ik opkijk zie ik mijn oermoeder. Ze is zo mooi. Zacht. Stevig. Sterk. Liefdevol. Ze straalt en lacht me hartelijk toe. “Zo, ik dacht je kan wel een ‘reminder’ gebruiken dat je niet alleen bent”, lacht ze. Ik lach haar wat schaapachtig toe, maar jee wat voel ik me van binnen trappelen van geluk. Achter me mijn eigen ‘gang’ en voor me de vrouw die ons allemaal leven gegeven heeft.
“Ik wil als jij straks wakker wordt dat je dit hier en nu tot in je kleinste vezel ervaart. Dat je weet dat je gedragen wordt. Door mij, door je moeder en al jouw voormoeders. Door alle vrouwen die je ooit zijn voor gegaan en nu achter je staan. Je hoeft niets uit de weg te gaan. Je woede niet, je eenzaamheid niet – je kan alles aan. Omdat jij het aan kan en omdat wij er zijn. Wij zijn er altijd” spreekt mijn oermoeder tot me. Ik dompel me in haar woorden. Dit mag voor altijd duren, denk ik. Dan knipoogt ze “Dat doet het al” lacht ze.
[gedicht geschreven na mijn eerste ontmoeting met mijn oermoeder (hemelse moeder)]
My Heavenly Mother
Touched by more
than one
angel.
Her mother’s mine
her touch
is
My Heavenly Mother
an angel
one inside
of us all.