donderdag 22 oktober 2015

Story-Telling-Time #Verhalen

De laatste weken verhaal ik weer en lees ik verhalen 'van toen' zelf geschreven. Zo kwam ik onderstaande (niet-af verhaal) tegen. De verhalen-energie bubbelt weer... Wat daar ook van komt, maakt niet uit. Het is weer voelbaar, dat is genoeg.


"Een jonge vrouw, ze leeft alleen in een grote stad, laten we gemakshalve de stad Amsterdam noemen. Daar kunt u wel een plaatje bij maken. Ze woont in wat ooit een pakhuis was. Een oud karakteristiek en charismatisch gebouw. Bonkig, stevig met dikke muren. Donkere muren, de stenen lijken wel met teer besmeurd. Het hout is nog net niet zo oud als het huis zelf maar doet wel oud aan. Het wringt zich in allerlei bochten om het huis, de muren en de ramen van ondersteuning en omlijsting te voorzien. Het hout is met een krijtwitte kleur beschilderd. Voor het huis staat een grote, rijzige boom. Een beuk. Niet een recht-toe-recht-aan beuk maar een treurbeuk. De takken en bladeren vormen een kralengordijn voor de ramen van het appartement van de jonge vrouw in dit verhaal.
Ze, de vrouw, is begin dertig. Waarschijnlijk omdat ik bijna dertig ben en omdat veel mensen om me heen zich in het begin van hun dertiger-jaren bevinden. Daarmee is ze jong maar niet te jong. Ze heeft al het een en ander achter de rug en nog meer voor de boeg. Daar kom ik later op terug. In haar appartement wordt ze vergezeld door haar benijdenswaardige boekencollectie, een kolossale bank, de piano en haar kat. Een vriend heeft ze niet. Vrienden en vriendinnen daarentegen wel: Vriendvrienden, kroegvrienden, familievrienden en collega-vrienden. 
Ze is dol op Italiaans eten, oude films, jazz, eindeloze wandelingen door het Noord-Hollandse duingebied (Mocht u daar nog nooit gewandeld of gefietst hebben, zij raadt het u van harte aan), haar familie en reizen. Over dat reizen, ze houdt ervan maar haar leven weerhoudt haar ervan. Ze heeft een heerlijke maar een zeer drukke baan. Waar ze zich maar moeilijk van los kan maken. Ze zou best op vakantie kunnen maar haar verantwoordelijkheidsgevoel, zit haar in de weg. Ze laat zich van het reizen weerhouden."

(En ik heb mijzelf, nu begin 40, lang van het verhalen lezen en vertellen gehouden. Hoe zo???! Story-telling-time folks! - in welke vorm dan ook. Thuis lezen op de bank, of digitaal verhalen op het blog. Who knows :-) )

maandag 19 oktober 2015

De Vedette #Dichterlijke vrijheid


Je buigt en neemt het applaus in ontvangst
't publiek bedankt jou voor jouw leven,
dat zij jou mochten aanraken
voor enkele kostbare seconden
voor dat heel even
De betekenis van jouw voorstelling ontgaat me
dat en die verwarring raakt me
voor meer dan een nu
voor meer dan 'n leven
De acteur, de charmeur, het masker en daarachter
die niet buigt en zich geen applaus waardig acht
nog altijd wacht op waardering
van buiten omdat binnen niets
dan een schaduw is
Waar het leeft in de luwte van het leven
van de acteur met de lachers op de hand
herkent de schaduw niets van zichzelf
bang om betrapt te worden
op dat grote gebrek
Je buigt maar je snapt er niets van

vrijdag 16 oktober 2015

Mara ('s scenario) #Verhalen

Mara zit aan de keukentafel. Ze legt de laatste hand aan een brief voor haar man. Zij en haar dochter Rosalind verlaten samen Guillermo, haar man, de vader van Rosalind.

Mara:
Ik ga bij hem weg. Wij gaan bij hem weg, mijn dochter Rosalind en ik. Het heeft lang geduurd, maar ik zit vol en ik heb het gehad. Ik wist het al langer hoor, het kwam niet echt als een verrassing, toen ik ‘m met Sara in ons bed aantrof. God alleen weet met wie hij nog meer ons bed gedeeld heeft. Toen ik het begon te vermoeden, liet ik het gaan. Guillermo had zoveel liefde te geven en ik was toen nog verzekerd van mijn deel. Dus liet ik het gaan.

Mara zucht en legt de brief in haar schoot.

Mara:
Maar op een gegeven moment stopte het. Mijn deel was blijkbaar op. Goddank, g-o-d-d-a-n-k was er nog meer dan genoeg over voor Rosa. Rosa en Guillermo, vier handen op een buik. Wat ben ik een onmens, ik ontneem mijn dochter haar vader. 


Mara pakt de envelop die op tafel ligt en schrijft er iets op.

Mara:
Nee, nee ik kan het echt niet meer. Al te lang heb ik getwijfeld en ben ik hier gebleven, voor Rosa. Ze zal het me later alleen maar kwalijk nemen als ik omwille van haar ben gebleven. Dan maak ik haar de oorzaak van mijn ongeluk. Ze is toch beter af bij een gelukkige moeder?
Guillermo…ach Guillermo, hij is een goede vader in zijn vrije tijd. Maar Rosa heeft altijd zorg nodig en aandacht. Hij is een geweldige vrijetijdsvader en of hij dat is. Dat is voor Rosa niet genoeg.

Langzaam vouwt Mara de brief en stopt deze in de envelop. Ze strijkt de envelop glad en houdt het vast tegen haar hart. Ze kust de brief en legt ‘m op de tafel. 

Mara:
God, hoe zal hij reageren als hij dit huis leeg aantreft. Ik bedoel, zonder ons. Het is misschien wat laf,
een brief en zonder enig teken vooraf. Het is laf. Guillermo zou mij zo kunnen overhalen te blijven. Die man heeft me, helemaal. Hij zit in mijn bloed, vanaf dag één dat ik hem ontmoette. Ik kan het niet geloven. Ons huis, zijn geur, Rosa’s speelgoed, dat ik het achter me laat. Dat ik Rosa hier vandaan haal. Dat ik Guillermo nietsvermoedend naar zijn werk laat gaan en hem nog zeg: ‘tot vanavond, guapo’. Zo noem ik ‘m altijd, guapo, lekker ding. Maar goed, ik geloof dat ik niet de enige was. 


Mara staat op en zet de stoel op zijn plek. Ze streelt nog een laatste maal de brief.

Mara (op fluistertoon):
Dag guapo. Dag.

dinsdag 13 oktober 2015

voorbijRetrospectief – niet wetenschappelijk bewezen #Verhalen

Wij staan van elkaar. Hij – zijn armen over elkaar en staart uit het raam – alsof hij op de bus staat te wachten en zo hoopt dat de bus er sneller is. Ik zie mezelf achter het fornuis staan – geen pan op het vuur – geen eten in huis om te bereiden. De gaspitten staan uit en buiten is het stil. En ik verlang naar hem naar mij te verlangen. Naar alles van mij. Ik verlang naar emotionele nabijheid. Het is een intense eenzaamheid die hier huishoudt. Zijn afwezigheid is voelbaar – ook zijn verlangen naar alles behalve hier, naar alles behalve mij. Maar het lef om zijn doen of laten te bevestigen in woorden – ontbreekt – tot dusverre.

Hij bekent geen kleur – hij zegt dat ik het me verbeeld.  Voor mijn gevoel kan ik niet met rationele argumenten en voorbeelden komen – mijn gevoel bonjourt hij linea recta naar het land der fabelen (voor hem moet gevoel met wetenschappelijk bewijs ondersteund worden – dan heeft het bestaansrecht – dan is het zo – als gevoel slechts gevoel is,  mag je daaraan voorbijgaan). Ik herken mezelf allang niet meer in ons samenzijn.

Hij vindt me lief.  Hij wil stoer, ongecompliceerd (niet te verwarren met simpel) maar wel mysterieus, creatief en avontuurlijk.  Mij vindt hij lief. Bij hem ontbreekt mijn persoonlijkheid, mijn lef  – met zijn woorden laat ik me inkleuren en zorg ik vooral dat het waarheid wordt. Ik diskwalificeer mezelf. Waarom doe ik dat? Hij troost niet – nooit. Troost wordt tegenwoordig verwaarloosd – alles is maakbaar. Ik lig ten grondslag aan mijn gevoel. Mijn gevoel is maakbaar – veranderbaar. Hij troost niet – nooit. Hij staat voor het raam en beleeft avonturen met ‘haar’ – zij die niet bestaat maar die de droom is waarmee je jezelf nooit kan meten – maar dat wel altijd doet. Zij is ongrijpbaar en alles wat ik niet ben – nu en hier met hem. Ze is alles wat ik ben – als ik loslaat. Ik verlang naar loslaten. Hij, voel ik, is voorbij. Ik beken kleur – laat los.